
Beveiligingsinstellingen
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden
beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers),
kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Instellingen
en
Beveiligingsinstellingen
. Selecteer
•
PIN–code vragen
als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN–code te
vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM–kaarten
ondersteunen het uitschakelen van de PIN–code niet.
•
Oproepen blokkeren
(netwerkdienst) als u inkomende en uitgaande oproepen
wilt beperken. Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Oproepen blokkeren en doorschakelen kunnen niet gelijktijdig worden
geactiveerd.
•
Vaste nummers
als u uitgaande oproepen en tekstberichten wilt beperken tot
geselecteerde telefoonnummers als dit door uw SIM–kaart wordt ondersteund.
Hiervoor hebt u de PIN2–code nodig.

94
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved
.
Als de optie voor vaste nummers is ingeschakeld, zijn (E)GPRS–verbindingen
alleen mogelijk wanneer u tekstberichten via een (E)GPRS–verbinding
verzendt. In dat geval moeten het telefoonnummer en het nummer van de
berichtencentrale in de lijst met vaste nummers worden opgenomen.
•
Bep. grp gebruikers
. Dit is een netwerkdienst waarmee een groep mensen
wordt opgegeven die u kunt bellen en die u kunnen bellen. Neem contact op
met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
•
Beveiligingsniveau
. Selecteer
Telefoon
als de beveiligingscode gevraagd moet
worden zodra een nieuwe SIM–kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Selecteer
Geheugen
als de beveiligingscode gevraagd moet worden wanneer
het geheugen van de SIM–kaart is geselecteerd en u het gebruikte geheugen
wilt wijzigen (zie
Instellingen selecteren voor de lijst met contacten
op pagina
61
). Zie
Contactgegevens kopiëren
op pagina
65
als u van het ene naar het
andere geheugen wilt kopiëren.
•
Toegangscodes
als u de beveiligingscode, de PIN–code, de PIN2–code of het
blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. De codes kunnen uitsluitend uit de cijfers 0
tot en met 9 bestaan.