Bluetooth–verbinding
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Instellingen
,
Connectiviteit
en
Bluetooth
. Selecteer
82
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved
.
•
Actief apparaat
om te controleren welke Bluetooth–verbinding actief is. Als u
de verbinding met het geselecteerde apparaat wilt sluiten, drukt u op
Verbind.
verbreken
.
•
Gekoppelde apparaten
om een lijst weer te geven met de Bluetooth–apparaten
die met de telefoon gepaard zijn. Ga naar het gewenste apparaat. Als u de
paring met het geselecteerde apparaat wilt verwijderen, drukt u op
Paar
verwijderen
. Selecteer
Nieuw apparaat koppelen
als u een nieuw apparaat wilt
koppelen.
Druk op
Verbind
om verbinding te maken met het geselecteerde apparaat, of druk
op
Opties
voor de volgende mogelijkheden, afhankelijk van de status van het
apparaat en de Bluetooth–verbinding. Selecteer
•
Korte naam toewijz.
om het geselecteerde apparaat een korte naam te geven
(die alleen voor u zichtbaar is).
•
Aut. vrb., geen bevst.
. Selecteer
Ja
als de telefoon automatisch verbinding moet
maken met het geselecteerde apparaat, of selecteer
Nee
als hiervoor eerst
toestemming moet worden gevraagd.
Als een Bluetooth–verbinding actief is, wordt het pictogram
bovenaan in het
display weergegeven.